Biografie van CONNY STUART

 


Conny Stuart werd als Cornelia van Meijgaard op 5 september 1913 te Wijhe geboren, maar al snel verhuisde het gezin naar Den Haag, alwaar Conny opgroeide in de Zeestraat, een typisch Haagse staat in de buurt van het Vredespaleis. Ze werd thuis erg vrij gelaten omdat haar moeder haar meeste aandacht gaf aan haar jongste kind, een zoon die in zijn geestelijke ontwikkeling het niveau van een driejarige had. Later ging deze broer naar een psychiatrische inrichting.

Ze bezocht de chique meisjes HBS waar ze haar naam in Stuart veranderde en Puck werd genoemd. Veel trok ze niet met leeftijdsgenootjes op. Ze was druk bezig met pianoles en verzamelde handtekeningen van beroemdheden die in Den Haag optraden. Zelf wilde ze een grote ster worden.

Via een vriend, Joan Stenger mocht ze figureren in de Koninklijke Schouwburg bij het gezelschap van Cor van der Lugt Melsert. Toevallig leerde ze de tien jaar oudere Henri Hofman kennen, hij was impresario en op zoek naar nieuw talent. Na haar auditie van twe liedjes mocht ze de volgende dag al optreden in Hotel Bad Boekelo omdat een van Hofmans zangeressen ziek was geworden. Met Hofman zelf ging ze overigens al vrij snel samenwonen.

Het was het begin van haar loopbaan. Ze trad op met de negerband van Freddy Johnson en had haar eerste radio-optreden op 25 juli 1939, waarbij ze de zangeres van de Romancers moest vervangen.

Ze was 26 toen de oorlog uitbrak. In oktober 1940 werd ze gevraagd om mee te doen met het ensemble van prominenten dat op het Leidseplein in Amsterdam optrad. Er werkten veelal gevluchte Joden uit het buitenland, maar ook Wim Sonneveld, een jongeman die meteen indruk op haar maakte met zijn "prachtige blauwe ogen". Ze hadden meteen contact, maar vielen ook meteen op.

"Wim Sonneveld is een vlot causeur en de liedjes welke hij zingt, zijn treffend gekozen. Zijn vrouwelijke collega Conny Stuart, de charmante radio-zangeres, kwam met Franse chansons, ragfijne levensliedjes, waartoe haar stem zich bij uitstek leent."

Ze deed verschillende optredens totdat Sonneveld haar vroeg om mee te doen met zijn eerste cabaret ALLEEN VOOR DAMES in 1943. Hoewel ze gewaarschuwd werd niet met "die amateurs van het Leidsepleintheater" mee te doen, deed ze het met enthousiasme. De meeste teksten werden toen nog geschreven door Hella Haasse, iets waar ze later, toen ze roman-schrijfster werd, liever niet meer aan herinnerd wilde worden.
Het cabaret wilde verstrooiing bieden, veelal met Franse liederen, hetgeen goed beviel in de tijd van de Duitse bezetting. Het publiek betaalde vaak met suiker of sigaren.

Er volgden vele programma's. Sonneveld was met eindeloos geduld bezig met de teksten, de muziek en de decors. De groep ging voor, pas de avond voor de voorstelling ging hij aan zijn eigen aandeel werken. Binnen het eerste half jaar hadden ze drie programma's uit. In het theater konden maar 350 mensen en daardoor hing er een heerlijke sfeer van mensen onder elkaar die iets geweldigs beleven. Ook bij het cabaret hing er een sfeer van 'onder ons', na afloopt ging de groep meestal met Wim naar huis om te praten, te snoepen en te roddelen.
Het was ook Sonneveld die ontdekte dat Conny behalve zingen ook een komisch talent had.

Inmiddels was Conny met Hofman getrouwd en in 1945 werd hun zoon Raymond geboren. Drie jaar later volgde zoon Michel. Toch was het huwelijk geen groot succes, hetgeen volgens Hofman puur door Sonneveld kapot was gemaakt. Hij begreep niet waarom zijn vrouw vooral met homo's omging en ging "als dat soort mensen over de vloer kwamen" meestal weg.

In 1946 speelde Conny driemaal mee met Cor Ruys in zijn Kurhaus cabaret, waar ze samen speelde met mensen als Fien de la Mar, Jan Teulings, Mary Dresselhuys en Albert Mol.

Ook Conny's tweede huwelijk (in 1957) met Joop Doderer, die ze ook bij het cabaret leerde kennen, mislukte. Ook volgens Doderer kwam dit doordat Sonneveld vreselijk jaloers was op elke man die Stuart benaderde. Het huwelijk liep dan ook reeds in 1960 op de klippen. Maar ook Stuart voelde meer voor Sonneveld dat voor een goede vriend. Ze ging mee op vakantie en ze was zelfs van de partij toen Sonneveld voor het eerst zijn nieuwe 'schoonouders' Wiegersma ging bezoeken in Deurne.

Stuart: "Wim was heel bang om later eenzaam te zijn. Hij zei op een keer: als Wim Kan oud is, heeft hij altijd Corry Vonk nog om een sjaal voor hem te breien. Maar wat moet ik? Ik heb toen trouwens nog een sjaal voor hem gebreid."

De verwijdering kwam toen Stuart en Doderer schreven dat ze andere aanbiedingen hadden gekregen. Gekrenkt schrapte hij zijn plannen en ging in MY FAIR LADY spelen. Hij hoopte wel dat Stuart de andere hoofdrol zou spelen, maar daarvoor was ze niet jong genoeg.

Conny ging voor twee jaar naar Sieto Hoving van het Tingel Tangel-cabaret, en in 1961 speelde ze haar eerste serieuze toneelrol (een oude vrijster) in INGEBORG bij het gezelschap Ensemble. Met dezelfde groep speelde ze in DE DUIVELE HALE ZE!

Het toneel bleek echter niet haar metier te zijn, ze was meer het type om 'dol' haar gang te gaan. Ze speelde in meerdere stukken, maar beschouwde deze periode zelf als een overgang naar de musical.

In 1961 nam ze eenmalig de rol van Saartje op zich in het tv-spel over Swiebertje, zodat ze met haar ex-man moest spelen. Twee jaar later deed ze mee in het aloude TRIJNTJE CORNELISDR, opnieuw van Ensemble.

Achter de schermen werd al gewerkt aan HEERLIJK DUURT HET LANGST (1965). Stuart was al benaderd en Annie M. G. Schmidt zou speciaal voor haar enige nummers schrijven, Zeur niet, Kleine zwakke vrouw en Het is over. Het verhaal is inmiddels bekend, vader en moeder met een dochter, vader gaat vreemd en de moeder zet hem voor de keuze. Hij gaat naar zijn minnares maar de zorgen over de dochter, brengen hen weer samen. De première was een groot succes en uiteraard kwam hier een vervolg op. MET MAN EN MUIS (1969) was een soort cabaret-revue, maar ondanks alles geen hit, al zaten er prachtige liedjes in voor Conny, zoals De bij en Knapenkoor.

Hierna wilde Conny het wat rustiger aan doen, maar Daar kwam weinig van terecht omdat Frans Halsema en Gerard Cox vroegen of ze de rol van Adele Bloemendaal wilde overnemen in MET BLIJDSCHAP GEVEN WE KENNIS. Het was een leuke tijd, vooral omdat ze met slechts twee auto's vol zetstukken van het decor reisden. Het had iets intiems en deed haar aan de tijd met Sonneveld denken.

Schmidt schreef vervolgens EN NU NAAR BED, (1971) waar ze de boze en Mary Dresselhuys de goede fee spelen , die zich bemoeien met de relatie tussen het jonge stel Frans Halsema en Jenny Arean. Schmidt: "Als ik iets schrijf heeft Conny onmiddellijk de toon ervan te pakken. Die samenwerking is enorm. Uniek." Achteraf was dit in Conny's ogen de meest geslaagde musical, ook omdat ze met haar rol alle kanten opkon. Haar belangrijkste liedjes hierin waren Ik hoef alleen maar zo te doen en Op naar 't hartinfarct.

Twee jaar later ging WAT EEN PLANEET (1973) in première. Het script over een soort cultureel centrum met allerlei activiteiten, rammelde enigszins, maar het liedje Schaarste was een succes.

Het was tijdens deze musical dat Sonneveld stierf op 8 maart 1974. De musical stond in Groningen. Zodra Willem Nijholt het nieuws hoorde, ging hij naar Conny Stuart. Maar het nieuws wilde niet tot hen doordringen. Ze gingen de stad in om koffie te drinken. Die avond, na het liedje over een begrafenis

...Zijn knipkaart is op
...Hij heeft genoeg gewacht...

 werd het doodstil in de zaal. Iedereen begreep dat het een ode aan Sonneveld was.

In 1975 werkte ze mee aan JE MOET ERMEE LEREN LEVEN, een verzameling liedjes van Annie en Guus Vleugel, gezongen door zes mensen, waaronder Conny, Jenny Arean en Sylvia de Leur.

In 1979 speelde Stuart in ALLE LAATJES OPEN, een theaterprogramma waarin teksten van Annie en Guus Vleugel en Michel van der Plas opnieuw werden uitgevoerd. De opzet was heel simpel, een handvol artiesten, een combo en nauwelijks wat toneelaankleding. Behalve Stuart deden Paul Deen, Willem Nijholt en Gerrie van der Klei erin mee. Nijholt bracht o.a. de Tearoom tango (van Sonneveld) en De Poppen aan het Dansen.

In Foxtrot (1977) was Conny niet van de partij maar bij de volgende musical van Schmidt was ze weer present. In MADAM (1981) had ze o.a. de nummers Ik ben er nog en M'n tante d'r salon. Het verhaal ging over een bordeel vlak naast een vrouwencafé met alle voorspelbare ruzies van dien.

In 1983 speelde ze alweer in de volgende musical van Schmidt, DE DADER HEEFT HET GEDAAN, met Hans van der Woude als tegenspeler, een talent die meteen het predikaat van 'de nieuwe Nijholt' kreeg opgeplakt. Ze speelde Tonia Tudor, die een moord tracht op te lossen en daarbij de politie steeds in de weg liep. De productie was geen succes en Conny hield het voor gezien... 

In Ping Ping, de laatste muscial van Schmidt(1984), met o.a. Leen Jongewaard deed ze dan ook niet mee. Wel kwam er nog DE STUART STORY (1985) in de theaters, een programma waarbij ze veelal (gedeeltes van ) oud repertoire zong, een waardige afsluiting van haar carrière.

Ze stopte op haar hoogtepunt en liet zich enkel nog ertoe verleiden om bij de nieuwe opvoering van Heerlijk de stem van de moeder in te spreken, een gimmick die door het publiek zeer gewaardeerd werd.
Ze ontbrak echter zelden op belangrijke premières (Purper) of bij de presentatie van het boek van Friso Wiegersma. Maar bij de musical over Sonneveld verscheen ze niet, met het beleefde excuus dat ze hard bezig was met haar biografie.

In 2003 verscheen die lang verwachte biografie (ook al bestond er reeds een kleinere biografie van Joop Bromet) over Conny, UITVERKOREN genaamd.

Tegelijk met het boek verschenen ook de cd's PORTRET bij Brigadoon.

Naarmate Conny ouder werd, wenste ze niet meer in de belangstelling te staan. Ze bezocht geen premierès meer, al ging ze nog wel naar het theater voor programma's als Telkens weer het dorp. Ook aan het boek Sonneveld, de parel van het cabaret werkte ze nog mee met een uitgebreid interview.
Daarin zei ze: "Wim was een persoonlijkheid met charme en warmte, die het vermogen had om te ontroeren. Hij is erin geslaagd om tekst en muziek op zodanige wijze naar buiten te brengen dat dat altijd bij je blijft."

Op 22 augustus 2010 overleed Conny op bijna 97 jarige leeftijd.

Klik hier voor knipsels.


Het is voor het eerst dat de chansons van Conny Stuart op cd verkrijgbaar zijn. Van haar vroegste opnamen uit de jaren 40 tot en met onbekende stukken uit de jaren 70. Klassiekers van o.a. Charles Trenet en Raymond Queneau, maar ook songs van Noel Coward, een tango van Carlos Gardel en een paar oud-hollandse volksliedjes. De periode van het Sonneveld-cabaret krijgt ruimschoots aandacht middels onbekende live-opnamen van o.a. Ik verveel me zo, Ik ben zo moe, De moeder van het grote gezin en Ik praat niet met de mensen mee. De portret-cd's van Conny Stuart bevatten duetten met oa. Wim Sonneveld, Ramses Shaffy, Jenny Arean en Freddy Albeck.

PORTRET 1: cd1 wat voor weer zou het zijn in Den Haag? / de bij / neem eens een andere / zonder jou / het was een avond in april / charles trenet medley / boswachter / een vrouw zoals jij / sans y penser / neem je vos terug / presque rien / zelfmoord / ik ben er nog / mein dummes herz / les filles en rose / zeur niet
cd2: 't is over / ik heb geen spijt / waterlooplein / les amants d'un jour / a room with a view / ik verveel me zo / embrasse-toi / knapenkoor / ze hadden gelijk / vertel het me niet / nooit te laat / herr heinzelmann / kom lieve klaartje / ik praat niet met de mensen mee / paris / concertzangeres

PORTRET 2: cd1 wiegelied (je vader is naar venus) / rien qu'une chanson / schaarste / aan een klein meisje / ik ben zo moe / temperament / if love were all / bonsoir mon amour / if hoef alleen maar even zo te doen / sur la route bleue / de jongen die vroeger je vriendje was / la romance du printemps de paris / volver / een oud pastoor die had een koe / de moeder van het grote gezin / exotisch alkmaar
cd2: hoezepoes / kleine zwakke vrouw / la vie qui va / yvonne de spionne / j'écoute la pluie / ik dacht dat het nog kon / how wonderful you are / nostalgie / een vroukwen gezwind te spinnen zat / de weduwe / op naar 't hartinfarct / si tu t'imagines / wat een planeet / meine seele / diep in mijn hart / de oude leraar / uitverkoren


 

 Bronnen: Jaap Bromet - Conny Stuart, een theaterleven, Uitverkoren door Paul Blom.

Wim Sonneveld en Friso Wiegersma